Artikel 1.

De overheid van het Gilde St. Joris te Middelbeers bestaat uit vijf hoofden of oversten, zoals Hoofdman, Deken-schrijver, Deken-schatbewaarder, Vaandrig en Standaardruiter. Die functionarissen zijn in alle rechten gelijk en beslissen alle geschillen met meerderheid van stemmen. Bij stemming hebben zij ieder één stem. De Koning en Keizer maken geen deel uit van de overheid. Zij hebben evenwel het recht alle vergaderingen van de overheid bij te wonen en hebben daarin een adviserende stem.

 

Artikel 2.

Ieder jaar treedt een Deken, en volgens rooster, de Vaandrig of Standaardruiter af. De Deken-schatbewaarder doet rekening en verantwoording op de Patroonsdag met overlegging van boeken en gelden. Er wordt een nieuwe Deken en Vaandrig of Standaardrijder gekozen door meerderheid van stemmen, doch de ouden zijn herkiesbaar. De aftredende Deken-schatbewaarder moet alles aanzuiveren of zijn opvolger behoeft de boeken niet over te nemen.

 

Artikel 3.

Gildebroeder kan worden diegene die zijn vader opvolgt in het St. Joris Gilde. Verder diegene die minimaal 19 jaar oud is, zich schriftelijk aanmeldt en akkoord wordt geacht door de overheid. De algemene ledenvergadering besluit of een voorgedragen kandidaat daadwerkelijk lid wordt. Er zal niemand tot lid worden aangenomen met minder dan twee/derde deel van de geldig uitgebrachte stemmen. De overheid kan aspirant-leden toestemming geven voor deelname aan gildeactiviteiten.

 

Artikel 4.

De statuten laten niet toe dat vrouwspersonen lid worden van het gilde. Wanneer dit echter geschikt wordt geacht door de Overheid is deelname aan optochten en andere officiële gelegenheden wel toegestaan, totdat zij de leeftijd van 19 jaar bereiken. Voor hen gelden verder de bepalingen, zoals die van toepassing zijn op aspirant-leden.

 

Artikel 5.

Tijdens de Patroonsdag bepaalt de algemene ledenvergadering de jaarlijkse contributie. De Koning en Keizer zijn contributievrij, waarbij wordt verwacht dat zij bij alle activiteiten van het Gilde acte de présence geven. Aspirant-leden betalen de helft van de contributie. Aspirant-leden die tijdens de Patroonsdag jonger zijn dan 12 jaar zijn contributievrij.

 

Artikel 6.

Nieuwe leden betalen € 10,00 entreegeld en € 110,00 van de kosten van een nieuwe uniform.

 

Artikel 7.

Als een Gildebroeder zich buiten de gemeente vestigt, eindigt zijn lidmaatschap. In bijzondere gevallen beslist de overheid.

 

Artikel 8.

’s Maandags met kermis en op de Patroonsdag is het aan iedere Gildebroeder geoorloofd zijn partner, mits boven de 16 jaar, mede te brengen.

 

Artikel 9.

Op teer- of drinkdagen mag iedere Gildebroeder iemand in den eersten graad van bloedverwantschap in zijn plaats zenden.

 

Artikel 10.

Zoolang de overheid het mest brengen niet nodig oordeelt, zal eenieder kunnen volstaan met betaling van de vastgestelde contributie, te voldoen op de Patroonsdag. Mocht de overheid het anders beslissen, dan brengt ieder lid die een gespan heeft ieder jaar twee karren goede mest op een akker door de overheid aangewezen. Ingeval de mest niet goed is, is hij verplicht ander te brengen.

 

Artikel 11.

Iedere Gildebroeder onder de 65 jaar is verplicht om op zijn beurt op de gronden der Gilde te werken, wanneer hem zulks van de overheid wordt aangezegd. Verzuimt hij dit zoo, zal hij moeten betalen € 0,50 boven het gewone daggeld volgens den tijd van het jaar. Bij weigering wordt hij als Gildebroeder geschrapt.

 

Artikel 12.

Tweemaal in het jaar zullen de Gildebroeders de kerkelijke diensten moeten bijwonen: op de Patroonsdag en ‘s maandags met de kermis. Zij kunnen ook een ander in hun plaats zenden, die zijn plechtige H. Communie gedaan heeft. Na de heilige Mis zullen de namen der Gildebroeders worden afgelezen. Degenen die niet aanwezig zijn, betalen € 0,50 ten bate de kas. Degenen die niet aanwezig zijn in de H. Mis op Patroonsdag, betalen € 2,50 ten bate der kas. Alle leden beneden 65 jaar zijn verplicht om op gildefeesten binnen de kring aanwezig te zijn op boete van € 2,50.

 

Artikel 13.

Degenen die op teer- of drinkdagen God lasteren, vloeken of vechten en op het gebed der oversten niet willen zwijgen, verbeuren voor den eersten keer € 0,50, voor den tweede keer een boete van

€ 1,25 en voor den derde keer worden zij als Gildebroeder geschrapt.

 

Artikel 14.

Degene die hun pacht of schuld van het vorig jaar of de vorige jaren niet heeft voldaan, zal het niet geoorloofd zijn weder te pachten voor aleer hij ten volle heeft voldaan.

 

Artikel 15.

Zij die bier of andere drank aan het Gilde toebehorende aan iemand geven die geen Gildebroeder is, betalen een boete van € 1,25 boven de dagprijs ten bate de kas. Uitgezonderd de gildebroeders van Gilde St. Sebastiaan Westelbeers met het aanzeggen van het Koningschieten en wanneer het is toegestaan de oude gewoonte te onderhouden.

 

Artikel 16.

De pakken zijn eigendom van het Gilde en moeten na uittreding of overlijden ingeleverd worden bij de overheid. De pakken mogen uitsluitend gedragen worden als het Gilde uittrekt, bijvoorbeeld bij de Patroonsdag, gildefeesten, Koningschieten en begrafenissen en als de overheid dit bekend maakt voor andere activiteiten. Degene die (onderdelen van) de uitrusting kwijt is, betaalt de kostprijs voor aanschaf daarvan.

 

Artikel 17.

De Koning en Keizer hebben de mogelijkheid om een partner aan de zijde te hebben bij officiële gelegenheden, wanneer dit geschikt wordt geacht door de Overheid. Zij zijn geen lid van het Gilde en contributievrij. Bij aanschaf van een nieuwe robe betaalt de partner van de Koning c.q. Keizer € 110,00 van de kosten. Ten aanzien van het gebruik van kleding geldt hetgeen bepaald is in artikel 16.

 

Vastgesteld bij bestuursbesluit d.d. 3 april 2017